Met de overige betonplexplaten hebben we de keldertrap in mekaar geknutseld. JP deed voor de berekening beroep op zijn ervaring. Ik nam de proef op de som en ging op zoek naar de meest gangbare maten en formules… Uiteindelijk kwamen we uit op hetzelfde resultaat, ideaal toch? 🙂
Voor de geïnteresseerden, via deze link kom je al een heel eind.
Onderstaande begrippen zijn zeer belangrijk als je een comfortabele en vooral ergonomische trap wilt bouwen:
- Aantrede: Het vlak waar je je voeten op kan plaatsen. Je kan ‘valsspelen’ door de aantrede wat te verlengen indien je met een steile trap zit, maar uiteraard heb je hier enkel wat aan bij het omhoog lopen van de trap. Naar beneden zal je de volledige lengte niet kunnen gebruiken. De ideale aantrede bevindt zich ergens rond de 25cm.
- Optrede: De optrede is het hoogteverschil tussen de trappen. Een optrede van minder dan 17cm is een ‘luie trap’. Dit wordt vooral toegepast in openbare gebouwen. Vanaf 19.5cm spreken we alweer van een steile trap. Zo zie je maar dat 1.5cm reeds een groot verschil maakt.
De ideale verhouding tussen op-en aantrede kan bovendien berekend worden door de trapformule:
(2x optrede) + 1x aantrede = 570 – 630 mm
- Stijghoek: De ideale stijghoek bevindt zich tussen de 30-40°. Een té steile trap is immers gevaarlijk en de kans dat je plaats genoeg hebt voor een trap met een zeer lage stijghoek, is vaak zeer klein bij een normale gezinswoning.
- Doorloophoogte: Reken zeker op een doorloophoogte van minimum 2 meter. Zo ben je zeker dat je je niet stoot tegen de rand van het trapgat. Uiteraard zal je hier ook weer een compromis moeten sluiten tussen doorloophoogte en de stijghoek. Een steile hoek zorgt immers voor een grotere doorloophoogte, maar dan ben je niets mee als je steeds naar onder struikelt door te kleine tredes…
Genoeg theorie, tijd voor de praktijk: